North American P-51K-5-NT Mustang 44-11655
"Poop Shooter II"

Het toestel

De North American Aviation P-51 Mustang is een Amerikaanse langeafstandsjager en jachtbommenwerper die onder meer werd gebruikt tijdens de Tweede Wereldoorlog en de Koreaanse oorlog.    De Mustang werd in april 1940 ontworpen door een team onder leiding van James H. Kindelberger van North American Aviation (NAA) als antwoord op een eis van de British Purchasing Commission.

Het vervangen van de Allison motor door een Rolls-Royce Merlin resulteerde in het P-51B/C (Mustang Mk.III) model, en transformeerde de prestaties van het vliegtuig op hoogtes boven 4.600 meter, zonder in te boeten aan bereik, waardoor het kon concurreren met de strijders van de Luftwaffe. 

De definitieve versie van de Mustang, de P-51D, werd aangedreven door de Packard V-1650-7, een in licentie gebouwde versie van de Merlin 66 met twee snelheden en twee trappen met supercharger en was bewapend met zes .50 kaliber M2 Browning machinegeweren.

De Mustang was 9.83 meter lang en had een spanwijdte van 11.28 meter, de hoogte van het toestel was 4.08 meter. Het leeggewicht was 3.463 kg en het maximale startgewicht was 5.488 kg. Er werden 15.588 Mustangs gebouwd waarvan 1500 van het P-51K-NT type.

De bemanning

De Amerikaanse piloot First Lieutenant Leonard Stanley Olson, 21 jaar, USAAF, was het enige bemanningslid van de Mustang 44-11655. Hij vertrok ‘s morgens van de basis Duxford (Cambridgeshire) als één van de P-51’s van 78th Fighter Group die steun gingen geven aan de bommenwerpers op de terug-route vanuit Berlijn.
Toen ze in de buurt van Hannover vlogen, was het F/O Charles R. O’Brien Jr. die met zijn Mustang 44-11627 “Green Eyes” met zijn vleugels wiegde. First Lieutenant Olson riep zijn squadronleider Captain Harold Barnaby op en zei dat hij dacht dat O’Brien Jr. naar huis wilde. Barnaby zei tegen Olson dat hij O’Brien Jr. moest begeleiden.  De twee P-51’s verlieten het 83rd Fighter Squadron en gingen rond 13.50 uur op de terugweg op een koers van 250 graden.

Olson in zijn P-51K 44-11655, die waarschijnlijk was geraakt door de luchtafweer bij de bruggen in Zwolle, wist met zijn parachute het toestel te verlaten. Het toestel stortte vlak bij de Laanzichtweg te Oldebroek neer. Door de vrij krachtige west-zuid-westen wind, kwam Olson met zijn parachute neer op het terrein van Schietkamp Oldebroek, hierbij raakte hij gewond aan zijn hand. Hij werd gevangen genomen.

Olson werd op transport gesteld, eerst naar het “Luchtmacht Krijgsgevangenen verzamelpunt Holland”, vandaar werd hij overgebracht naar het satelliet-kamp van Dulag Luft Oberursel (Frankfurt) Dulag Luft Welzlar. Hier werden de gevangen genomen vliegers altijd eerst naar toe gebracht voor de eerste verhoren. Omdat de verslaggeving zo laat in de oorlog niet altijd te achterhalen is, is het niet vast te stellen of hij later nog ergens anders is ondergebracht, ook is er geen POW nummer van hem bekend!

O’Brien Jr. maakte uiteindelijk om 14.55 uur, met zijn falende P-51K 44-11627 “Green Eyes”, een noodlanding in Wezep. Hij werd gewond gevangen genomen en bij een ontsnappingspoging gedood.

De crashlocatie

De locatie (cirkel) waar de Mustang crashte.

Bij het tweede perceel vanaf de Laanzichtsweg, nabij huisnummer 90, staat het informatiebord voor de gecrashte Mustang. De crashplek is rechts van de heg op ongeveer 450 m afstand.

 

Van het toestel zal waarschijnlijk niets meer te vinden zijn. Iemand heeft de motor uit de grond gehaald en ook oud ijzerhandelaren hebben in de grond gezocht naar resten.

Contour P-51 Mustang
Zijaanzicht P-51 Mustang

Voor meer informatie zie het boek van Dick Breedijk “Wie herdenken we in en om Oldebroek” bladzijde 333.

Website mede mogelijk gemaakt door museum “Oldebroek 4045 en omstreken
Scroll naar boven