Algemeen
Otto Veening werd geboren te Oldebroek op 21 februari 1916 als zoon van de directeur van de Zuivelfabriek in Wezep, de “Kamperveense Melkfabriek” Jan Gerrits Veening en Geertje Collee.
Hij volgde een studie theologie in Zwolle en zou hiervoor vrijstelling krijgen van militaire dienst, maar nam dit niet aan. Ten gevolge daarvan vocht hij bij de Grebbeberg tegen de Duitsers. Na zijn studie te Utrecht voor predikant in de Nederlandse Hervormde Kerk begon hij in 1942 zijn loopbaan als kandidaat in Overijssel.
In mei 1943 preekt hij in de Dorpskerk in Oldebroek over Mattheus 25:40 ‘Wat gij aan de minste van mijn broeders
doet, dat doet gij aan MIJ’. De kerk is afgeladen vol en zijn woorden slaan bijzonder aan bij de gemeente.
In de oorlogsperiode was Veening veel in Oldebroek. Hij heeft veel gedaan voor de onderduikers en hielp regelmatig Joden te verbergen. Zo hield hij veel geheime kerkdiensten op diverse boerderijen, o.a. bij Gerrit van de Streek.
Hij was ook commandant van de verzetsgroep Oldebroek Oost en speelde in dit verband een belangrijke rol tijdens de bevrijding op 17 april 1945.
Ds. Otto Veening overleed op 19 september 1964.
Straat
Uit waardering voor hetgeen hij voor Oldebroek en haar bevolking heeft betekend werd in 1983, na overleg met de familie, besloten in het nieuwe bouwplan Lage Weiden te Oldebroek een straat naar hem te noemen.
Op 30 augustus 1983 besluit de gemeenteraad om één van de nieuwe straten de naam te geven “Ds. Otto Veeninglaan”.