Armstrong Whitworth Whitley MK.V Z6478
Het toestel
De Whitley, ontworpen en gebouwd in Engeland, was een volledig metalen tweemotorige ééndekker bommenwerper met intrekbaar landingsgestel. De eerste vlucht vond plaats op 17 maart 1936 en in maart 1937 kwam het toestel bij de RAF in dienst. Het was een van de eerste zware Britse bommenwerpers bij de RAF. Het toestel was 21,50 meter lang en had een spanwijdte van 25,60 meter, de hoogte van het toestel was 4,57 meter. De maximum bomlading was 3.178 kg, en het maximale startgewicht 15.209 kg.
De Whitley vertrok op 6 september 1941 om 19.49 uur van de basis RAF Leeming, North Yorkshire in Engeland en nam met 85 andere toestellen deel aan een aanval op Hüls, Duitsland. Hieronder waren negen toestellen van het 10 Squadron. Eén van deze negen toestellen keerde al snel terug naar de basis omdat de intercom niet werkte.
In deze nacht gingen in totaal 11 toestellen verloren, waar onder twee toestellen van het RAF 10 Squadron, één van deze was de Whitley Z6478.
De bemanning
Alle bemanningsleden kwamen om en zijn op 10 september met militaire eer begraven op begraafplaats De Eekelenburg in de Gemeente Oldebroek. Piloot Sergeant Aubrey Poupard is in eerste instantie als onbekend begraven geweest. Het heeft tot november 1945 geduurd voordat hij is geïdentificeerd. De Duitse Nachtjager Piloot Oberstleutnant Ludwig Becker, claimt de Whitley te hebben neergeschoten.
De Whitley was op de heenweg en had nog de volle bomlading aan boord, dit zorgde er voor dat toen het toestel aangeschoten werd, het in de lucht explodeerde en brandend neerstortte!
Pilot Sgt. Aubrey Poupard
21 jaar
Graf CWGC 2
RAFVR 
Co-Pilot P/O. John Forbes Laurie-Dickson 25 jaar
Graf CWGC 4
RAF
Navigator/Air Observer F/Sgt.
Robert Hector Wilson
21 jaar
Graf CWGC 3
RCAF 
Wireless Op./Air gunner Sgt.
Robert John Garrod
26 jaar
Graf CWGC 1
RAFVR
Wireless Op./Air gunner Sgt.
Pine Tenga Takarangi
23 jaar
Graf CWGC 5
RNZAF 
De crashlocatie
De afstand van het bord tot de crashlocatie is 1 km en ligt op militair terrein dus verboden gebied.
Het vliegtuig is in de lucht ontploft en stukken ervan zijn verspreid over een groot oppervlak. De bemanningsleden zijn buiten de delen van het wrak gevonden. Waarschijnlijk zijn de grote delen na de oorlog door handelaren weggehaald, voor zover ze al niet waren opgeruimd door de Duitsers.
Voor meer informatie zie het boek van Dick Breedijk “Wie herdenken we in en om Oldebroek” bladzijde 4.